(dit is een herpublicatie van mijn artikel uit 2013, de Rijksstudio Award is nu een jaarlijks evenement – in de huidige voorwaarden is geen overdracht of licentie van intellectuele eigendomsrechten van de maker aan het Rijksmuseum meer opgenomen)

Actievoorwaarden bieden veel uitdagingen. Deel 2 van een blog over intellectuele eigendomsrechten, overdracht van auteursrechten en de onderhandelingsruimte van deelnemers.

Deel 1 lees je hier.

In mijn vorige blog over de Rijksstudio Award gaf ik kritiek op de algemene voorwaarden (actievoorwaarden). Ik bekritiseerde vooral de technisch-juridisch incorrecte wijze waarop het Rijksmuseum de rechten van de deelnemers via de (actie)voorwaarden probeert op te eisen.
Maarten Zeinstra wiens artikel ‘Rijksmuseum meet met twee maten‘ ik in mijn eerste blog over deze problematiek aanhaalde, wees mij erop dat de voorwaarden voor de Rijksstudio Award aangepast zijn.

Betekent verandering hier verbetering? Om de lezer niet in spanning te houden: helaas is het er niet beter op geworden.
Het museum gaat inderdaad op nieuwe (actie)voorwaarden over, maar, wellicht door slordigheid, blijft het tegelijk de oude versie aanbieden. Dit schept onduidelijkheid en ook nemen de deelnemers daardoor onder verschillende voorwaarden aan de actie deel.
Inzake de rechten van de deelnemers werd in de oude voorwaarden op juridisch onjuiste wijze gewerkt met “overdracht van rechten” naar het museum; bij de nieuwe voorwaarden is er geen overdrachtsclausule meer aanwezig, maar worden op een onduidelijke manier de rechten van de deelnemers contractueel beperkt. Waar het museum onder de oude voorwaarden op juridisch onjuiste wijze meende ‘rechthebbende’ te zijn inzake de auteursrechten, bestaat er bij de nieuwe voorwaarden volstrekt géén juridische basis voor deze opstelling als ‘rechthebbende’.
Het museum is volgens mij onder beide sets voorwaarden dus géén ‘rechthebbende’. Als het museum door (winnende) deelnemers gemaakt werk commercieel wil benutten, is meer dan ‘overleg’ nodig, maar moet het museum een nieuwe overeenkomst met de winnende deelnemers sluiten.
Ik pleit tenslotte voor het opheffen van onduidelijkheid door deelnemers opnieuw een set actievoorwaarden te laten ondertekenen, die eenduidig is en scherp omschreven.

Algemene Voorwaarden
Actievoorwaarden zijn een vorm van algemene voorwaarden: het zijn afspraken die onderdeel uitmaken van de overeenkomst die het museum met alle deelnemers sluit. Bij (algemene) voorwaarden is het belangrijk dat die zo duidelijk mogelijk zijn.
Bij een rechterlijke toetsing moet de rechter immers beoordelen wat partijen voor ogen hadden ten tijde van het sluiten van de overeenkomst. Bij eenzijdig opgestelde algemene voorwaarden waarbij de wederpartij een consument is, geldt de contra proferentem-regel uit artikel 6:248 lid 2 BW: indien een clausule voor meerdere uitleggingen vatbaar is, kiest de rechter voor de uitlegging die het minst belastend is voor de consument die wederpartij is bij deze voorwaarden.

Vaagheid waardoor meerdere interpretaties mogelijk zijn, is bij het opstellen van (actie)voorwaarden dus niet aan te raden.

Welke set actievoorwaarden?
Zeinstra’s mededeling dat de voorwaarden aangepast zijn, klopt slechts ten dele. Op de Rijksstudio Award pagina staan nu de nieuwe ‘Voorwaarden Rijksstudio Award‘. Op dezelfde pagina moet de deelnemer in het deelnameformulier aanvinken de voorwaarden te accepteren. Hier verwijst het Rijksmuseum echter naar de oude voorwaarden.

Deze situatie maakt het onduidelijk te bepalen met welke voorwaarden een deelnemer akkoord gaat.

Overdracht rechten?
Stel dat we uitgaan van de nieuwe voorwaarden, is er dan, als het gaat om de overdracht van auteursrechten, juridische vooruitgang geboekt? Mijns inziens niet.

In de oude voorwaarden staat in artikel 7 (Intellectuele eigendommen) een ‘tijdelijke’ overdracht van alle rechten voor de duur van de actie. Tijdens deze periode verkrijgt de deelnemer een licentie op niet-commercieel gebruik van zijn eigen werk.
Deze expliciete overdracht van rechten is in de nieuwe versie van de actievoorwaarden volledig verdwenen. In deze versie geven deelnemers slechts toestemming aan het museum hun werk tentoon te stellen en in marketinguitingen te gebruiken (artikel 10 – Overige).

Waar in de oude actievoorwaarden een overdrachtsclausule (verkeerd) toegepast werd, is nu een allerminst duidelijke contractuele beperking van de rechten van de deelnemers opgenomen: ‘Door inzending van je ontwerp verklaar je dat je dit niet elders uitvoert of laat uitvoeren voordat de winnaars van de Rijksstudio Award bekend zijn gemaakt.’
Deze clausule roept allerlei vragen op: is dit puur een productiebeperking voor derden (‘elders’)? Mag de deelnemer nog wel zelf zijn werken exploiteren (via eigen webpagina en geproduceerd in eigen werkplek, commercieel en niet-commercieel)?

Op het belangrijke punt van de rechten van de deelnemers is er in de nieuwe versie van de actievoorwaarden sprake van vaagheid, iets waarvan ik stelde dat die in voorwaarden vermeden moet worden.

Het museum als ‘rechthebbende’?
In zowel de oude als de nieuwe voorwaarden beschrijft het Rijksmuseum zichzelf ten onrechte als ‘rechthebbende’ in artikel 9 (Realisatie van het winnende ontwerp), een artikel waar het Rijksmuseum ook spreekt over de intentie om werken van de winnaar te verkopen (als ‘rechthebbende’). Deze term ‘rechthebbende” wordt normaal gebruikt om degene met het auteursrecht aan te duiden.
In mijn eerste blog stelde ik dat onder de oude voorwaarden het Rijksmuseum nimmer rechthebbende wordt, omdat het auteursrecht niet zonder ‘akte’ overgedragen kan worden. Verder stelde de oude voorwaarden dat de overdracht enkel gold voor de duur van de wedstrijd. Daardoor geeft het Rijksmuseum zelf dus al duidelijk aan dat het na de wedstrijd zeker géén ‘rechthebbende’ meer is.
Onder de nieuwe voorwaarden worden in het geheel geen rechten overgedragen. Het museum is dus ook niet gerechtigd zich “rechthebbende” te noemen en verkrijgt enkel toestemming om het werk ten toon te stellen en af te beelden in marketinguitingen.

Mag de winnende deelnemer onderhandelen?
Hoe zit het dan met de in de voorwaarden – en op de webpagina – aangegeven intentie van het Rijksmuseum om de werken van de winnende deelnemers te verkopen? Hiervoor werd door mij aangegeven dat het museum er in beide versies van de voorwaarden niet in slaagt om zich de auteursrechten van de deelnemer toe te eigenen, ook al noemt het museum zich in beide versies van de voorwaarden ‘rechthebbende’. Mijns inziens heeft het Rijksmuseum onder geen van de versies van de actievoorwaarden rechten verkregen die het in staat zal stellen deze werken na de wedstrijd te exploiteren.
Het museum spreekt in verband met de (eventuele) verkoop van door deelnemers ingebracht winnend werk, dat dit zal gebeuren in ‘overleg’ met de deelnemer. Gelet op het voorgaande zal het Rijksmuseum moeten ‘onderhandelen’ met de winnende deelnemer over het gebruik van zijn werk. De winnende deelnemer is daarbij vrij om voorwaarden te stellen over zaken zoals duur, vergoedingen (bijvoorbeeld een percentage), etc.

Welke voorwaarden zijn nu op de deelnemers van toepassing?
Op deelnemers aan de wedstrijd zijn de voorwaarden van toepassing die verstrekt zijn ten tijde van het sluiten van de overeenkomst. Door het gebruik van verschillende overeenkomsten kunnen de voorwaarden van de ene deelnemer verschillen van de andere. Het aanbieden van twee verschillende sets (actie)voorwaarden op één pagina, maakt het nog lastiger te bepalen onder welke voorwaarden de deelnemer de overeenkomst sluit.

Conclusies
Het lijkt erop dat het museum de werken van de winnaars (eventueel) te koop wil aanbieden. Formeel juridisch bezien, heeft het Rijksmuseum echter geen licentie of auteursrechten verkregen van de deelnemers. De eerdere poging van overdracht van rechten en het blijven gebruiken van de term ‘rechthebbende’ werken alleen maar verwarrend en kunnen mijns inziens niet standhouden bij een rechterlijke toetsing, zeker als men deze onduidelijke voorwaarden in het voordeel van de deelnemers uitlegt.
Het museum kan pas het werk van deelnemers verkopen nadat een nadere overeenkomst tussen de winnaar(s) en het Rijksmuseum in een onderhandelingsproces vastgesteld is. Dit stelt de winnende deelnemer in staat te onderhandelen over de vergoeding en voorwaarden waaronder exploitatie mogelijk is. Als het museum iets anders voor ogen had, had men de actievoorwaarden anders moeten formuleren.

De huidige deelnemers hebben nu gecontracteerd onder verschillende voorwaarden. Daarbij is het in de huidige situatie niet eens direct duidelijk met welke men akkoord gaat door deelname. Gelet op dit geheel van onduidelijkheden, valt te overwegen de deelnemers opnieuw te laten tekenen, maar dan te zorgen voor een nieuwe set uniforme en scherp geformuleerde voorwaarden. (Ook op verschillende andere punten die niet genoemd zijn in deze blog, zijn de voorwaarden namelijk sterk te verbeteren.)

Het lijkt erop dat deze casus het archief in zal gaan bij de ‘voorbeelden hoe het niet moet’.