(dit is een herpublicatie van mijn artikel uit 2013, de Rijksstudio Award is nu een jaarlijks evenement – in de huidige voorwaarden is geen overdracht of licentie van intellectuele eigendomsrechten van de maker aan het Rijksmuseum meer opgenomen)

Actievoorwaarden/algemene voorwaarden en intellectuele eigendomsrechten zijn een hele uitdaging, dat blijkt wel uit de 2 blogs die ik over de actievoorwaarden van de Rijksstudio Award schreef.
(Deel 2 lees je hier)
De culturele sector zit niet stil en denkt actief na over intellectuele eigendomsrechten en hoe cultureel erfgoed niet alleen bewaard kan worden, maar ook de grondslag kan vormen voor nieuwe creatieve uitingen.

Het Rijksmuseum beschikt over een zeer ruime kunstcollectie waarvan een groot deel van de werken vrij van auteursrechten is (het auteursrecht verloopt 70 jaar na de dood van de maker). Aan deze werken mag men van alles ontlenen om er zelf iets moois van te maken. Deze werken hangen echter in het museum en zijn opgeslagen in de archieven. Niet op grond van het auteursrecht, maar via het huishoudelijk reglement mag het museum je verbieden foto’s te maken van deze werken. Dit maakt het lastiger nieuw werk te creëren, gebruikmakend van het origineel.

Er is nu echter een andere, namelijk digitale ingang tot de collectie. Bij de Rijksstudio van het Rijksmuseum is het reeds een jaar mogelijk digitale afbeeldingen gemaakt door het Rijksmuseum, te downloaden.
Of er op deze digitale reproducties auteursrecht zit, valt te betwijfelen: het zijn zo getrouw mogelijke nabootsingen van de originele werken. Men kan dan niet spreken van scheppende keuzes, een ‘Eigen origineel karakter met het persoonlijk stempel van de maker’ (‘EOKPS’: een eis uit de rechtspraak om te stellen dat er sprake is van een auteursrechtelijk beschermd werk).
Dit is anders als er wel creatieve keuzes gemaakt worden bij het afbeelden van het origineel: zo levert het naschilderen van een bekend werk in een andere stijl zonder twijfel een auteursrechtelijk beschermd werk op. Ook het fotograferen van een nagespeeld tafereel dat oorspronkelijk afgebeeld staat op een bekend schilderij met behulp van modellen en rekwisieten, doet een auteursrechtelijk beschermd (nieuw) werk ontstaan.
We moeten wel beseffen dat er daarbij auteursrechtelijke conflicten tussen het nieuwe en oude (oorspronkelijke) werk kunnen ontstaan. Beide voorbeelden van nieuw ontstane auteursrechten zouden een inbreuk op de oude auteursrechten van de originelen op kunnen leveren als het auteursrecht van de originelen niet verlopen zou zijn. In de hiervoor gegeven voorbeelden is immers in beide gevallen sprake van ontlening aan het origineel.

Op puur getrouwe reproducties zoals die via de Rijksstudio te downloaden zijn, bestaat mijns inziens geen auteursrechtelijke bescherming. Via de weg van het auteursrecht is het in dit geval dan ook niet mogelijk om mensen te verbieden op wat voor manier dan ook gebruik te maken van de gedigitaliseerde versies van die originele werken waarvan het auteursrecht is verlopen.
Er is echter wel een andere juridische beschermingsmaatregel mogelijk. Het beschikbaar stellen van de digitale scans is onderdeel van de online dienst die de Rijksstudio levert. Aan het gebruik van deze dienst mag men voorwaarden stellen. Een voorwaarde kan zijn dat men de aangeboden afbeeldingen niet zelf commercieel mag gebruiken.
Overtreedt men deze regels, is er echter geen sprake van een schending van het auteursrecht, maar is er sprake van een schending van de contractuele afspraken voor gebruik van de dienst. Een belangrijk praktisch probleem hierbij is dat deze afspraken in principe alléén werking hebben – dus afgedwongen kunnen worden – tussen de contracterende partijen.
Een derde partij heeft geen boodschap aan deze afspraken (en heeft hier meestal ook geen weet van). Als deze derde een onbewerkte digitale versie van een origineel auteursrechtelijk vrij werk (op een bewerkt werk zit immers een nieuw auteursrecht) in zijn bezit krijgt, bijvoorbeeld omdat een gebruiker van de Rijksstudio dit werk online plaatst, kan deze derde, en vervolgens elke andere persoon, alles met dit werk doen, zonder dat dit een auteursrechtelijke of contractuele inbreuk op zal leveren. Dit maakt het lastig via de contractuele weg verder gebruik te belemmeren.

Wellicht mede ingegeven door deze praktische juridische belemmeringen, is het Rijksmuseum echter een nieuwe weg ingeslagen. Niet het beperken van het (digitaal) gebruik van de werken die men in bezit heeft, is hierbij het doel, maar stimulering van het behoud van cultureel erfgoed en de creatie van nieuwe werken op basis van de klassiekers. Onder de nieuwe regels is iedereen vrij met de digitale werken te doen wat hij/zij wil, ook commercieel gebruik is nu toegestaan.

Rijksstudio Award
Om aandacht te vestigen op deze mogelijkheden heeft het Rijksmuseum een wedstrijd uitgeschreven: hierdoor worden mensen gestimuleerd aan de slag te gaan met dit digitale werk. Omdat hieruit nieuwe creaties resulteren, krijgen deze bewerkers automatisch het auteursrecht op hun scheppingen.
Omdat het Rijksmuseum eventueel gebruik wil kunnen maken van deze nieuwe werken die ontstaan zijn in het kader van deze actie, heeft het een overdracht naar zichzelf opgenomen van alle rechten op de nieuwe creaties voor de duur van de wedstrijd, waarbij de maker alleen maar een licentie krijgt om zijn werk te gebruiken, maar slechts voor niet-commercieel gebruik. (artikel 7 van de actievoorwaarden)

Leuk bedacht, maar helaas een klassiek voorbeeld van een mislukte overdracht van (auteurs)rechten en dus verkeerd opgestelde voorwaarden.

Er is immers een belangrijke eis voor de overdracht van auteursrechten, namelijk dat dit in een akte gebeurt! Een (onderhandse) akte is niet zo heel complex: dit mag al een bierviltje zijn met een krabbel erop. (Dan moet je natuurlijk wel duidelijk beschrijven wat je overdraagt, anders heb je nog steeds een probleem. Dat is wellicht wat lastig op een bierviltje).
Wat niet kan, is de overdracht online regelen vanuit de algemene voorwaarden van de wedstrijd zelf, zonder gebruik te maken van een vorm van ‘digitale akte’ met een officiële digitale ‘handtekening’. Dit laatste is juridisch wel mogelijk, maar komt men in de praktijk nog weinig tegen. Algemene voorwaarden zijn niet de juiste plek om auteursrechten over te dragen.
Technisch-juridisch bezien, maakt het Rijksmuseum dus een inbreuk op het auteursrecht van de deelnemers aan de wedstrijd als hij aan de slag gaat met hun originele werken: het museum heeft immers strikt juridisch beschouwd noch de auteursrechten noch een licentie verkregen om de werken van de deelnemers te gebruiken. Net als Maarten Zeinstra van Kennisland in zijn artikel ‘Rijksmuseum meet met twee maten‘ beschrijft, zou het gebruik van een licentie, iets dat wel vanuit de algemene voorwaarden kan, ook logischer zijn vanuit het oogpunt van de doelstellingen van deze actie.

Wellicht doet het museum er goed aan om de algemene voorwaarden voor een dergelijke wedstrijd voortaan op te laten stellen door een specialist op het gebied van intellectuele eigendomsrechten en de culturele sector… Ook zou het bij het verbeteren van de actievoorwaarden verstandig zijn om clausules op te nemen over portretrecht en de Wet bescherming persoonsgegevens, iets dat PIT Legal standaard doet bij actievoorwaarden waar beeldmateriaal van deelnemers in voorkomt.